Aflevering 2 Expeditieblog: De aftrap

Aflevering 2 Expeditieblog: De Aftrap.
Starnmeer. Niet iedereen zal dit dorp blindelings op de kaart van Nederland kunnen aanwijzen, maar de leden van het Expeditieteam Lerarenagenda inmiddels wel.

Aflevering 2 Expeditieblog

De aftrap

Op initiatief van het NRO is het Expeditieteam Lerarenagenda op pad gegaan om in co-creatie een toekomstgericht onderzoeksvoorstel uit te denken en op te schrijven. Dat is een nieuwe en bijzondere manier om een onderzoeksvoorstel te selecteren en te financieren. Daarom gaat Marleen Kieft op verzoek van het NRO als onderzoeker-verslaglegger de Expeditie Lerarenagenda volgen, beschrijven en evalueren. Zij doet verslag van haar bevindingen in een onderzoeksrapport en in deze blog.Starnmeer. Niet iedereen zal dit dorp blindelings op de kaart van Nederland kunnen aanwijzen, maar de leden van het Expeditieteam Lerarenagenda inmiddels wel. Want in Starnmeer, op een steenworp afstand van Amsterdam, vond de aftrap plaats van de Expeditie. De zeven geselecteerde onderzoekers ontmoetten elkaar hier voor het eerst als team. Op een stolpboerderij midden in de weilanden bood het NRO hen de gelegenheid elkaar te leren kennen en inhoudelijk de eerste ideeën te vormen. Veel verschillende activiteiten – van teambuildingsopdrachten tot een inhoudelijke brainstorm – hielpen daarbij.

Blik op de toekomst

De vraag hoe het beroep van leraar te versterken in de toekomst staat centraal in deze Expeditie. Op uitnodiging van het NRO nam futuroloog Peter van der Wel het team daarom mee op een reis naar de toekomst. Wat nog niet zo eenvoudig is, want de mens lijdt collectief aan ‘hier en nu bijziendheid’. Denk aan het hilarische filmpje uit 1998, waarin Frans Bromet aan Nederlanders op straat vroeg hoe zij over een mobiele telefoon dachten. Uitspraken zoals “Ik heb al een gewone telefoon, waarom moet ik een mobiel hebben?’ of ‘Ik hoef geen mobiele telefoon want ik word toch niet gebeld’ illustreren die bijziendheid. Door datzelfde mechanisme is het ook erg moeilijk om ons voor te stellen hoe het onderwijs er over tien of twintig jaar uit zal zien.

Duidelijk is dat technologische ontwikkelingen allerlei onderwijsinnovaties mogelijk gaan maken, zoals de inzet van zogenaamde bots, een soort virtuele assistenten. Van der Wel stelde ons voor aan Will, ‘s werelds eerste digitale leraar. Will vertelt leerlingen van alles over de werking van wind- en zonne-energie, en hij reageert ook echt interactief op hun vragen. Een bot zoals Will zou in de toekomst als een soort hulpleerkracht in de klas ingezet kunnen worden, die de echte leraar adviseert en ondersteunt, aldus de futuroloog van der Wel. Maar ook ‘augmented reality’ en ‘virtual reality’ zullen in de toekomst het klaslokaal binnenkomen.Wat denkt u van een uitstapje tijdens de geschiedenisles naar het oude Egypte? Of van een springende walvis in het biologielokaal? Dit soort technieken worden nu nog vooral ter vermaak gebruikt in computerspellen, maar gaan in de toekomst vast ook een rol spelen in het onderwijs.

Op weg naar de leraar van de toekomst

Tijdens deze tweedaagse zijn de fundamenten gelegd voor een onderzoeksplan waarin walvissen en Egyptenaren vermoedelijk niet direct zullen voorkomen, maar het draait de komende tijd voor het onderzoeksteam toch wel om het doordenken van het leraarschap van de toekomst.

Het Expeditieteam is veelbelovend van start gegaan, want de eerste hindernis van de Expeditie Lerarenagenda (“Bouw in een half uur een tent waar jullie allemaal in passen”) leverde geen enkel probleem op. Binnen de kortste keren stond er een tent, waar alle teamleden ruimschoots in pasten (inclusief uw verslaglegger). “Deze opdracht was te gemakkelijk voor ons,” constateerde een van de Expeditiegangers. Dat belooft heel wat voor de echte uitdaging: het opstellen van een onderzoeksvoorstel dat recht doet aan alle drie de onderzoeksonderwerpen van de lerarenagenda (zie foto).

Dr. Marleen Kieft (1974) is onderwijsonderzoeker en neerlandica, en werkt als onderzoeker-adviseur bij Oberon. Ze houdt van helder en toegankelijk schrijven over onderwijsonderzoek en alles wat daarmee samenhangt.