
Vrij snel starten met samen onderzoek doen, stimuleert de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij studenten. Een voorwaarde is wel dat zij eerst de bedoelingen van hun onderwijs en hun eigen rol daarbinnen verkend hebben. Verder moet de onderzoeksopdracht aansluiten bij de beroepspraktijk en beknopt zijn. De docent vervult een voorbeeldrol en geeft ‘een onderzoekende houding’ expliciet aandacht in zijn colleges. Er is geen bewijs gevonden dat het zin heeft studenten eerst een theoretische basis te laten verwerven.
Het doen van (praktijk)onderzoek kent een duidelijk begin- en eindpunt, waarbij sprake is van gerichte, navolgbare en systematische dataverzameling. Een onderzoekende houding is behulpzaam bij het verrichten van onderzoek, maar ook daarbuiten. Een (aankomend) leraar met een onderzoekende houding is bereid te reflecteren, ook op eigen gedrag en onderliggende motieven.
Zelf begeleid onderzoek doen
In het traditionele curriculum van het hoger onderwijs is het gebruikelijk dat studenten eerst een kennisbasis verwerven en werken aan meer basale en instrumentele onderzoeksvaardigheden en -technieken, voordat ze onderzoek gaan doen. Het is echter gunstiger wanneer studenten vrij snel zelf (begeleid) onderzoek verrichten. Het lijkt vruchtbaarder om studenten al ‘onderzoekende’ de regels te leren. Het moet dan gaan om onderzoek dat relevant is voor hun eigen beroepspraktijk. De docent biedt de benodigde methoden en vaardigheden op het juiste moment aan en hij is modellerend aanwezig.
Maar, studenten moeten ook niet te snel starten met het doen van onderzoek. De onderzoekende houding – in de zin van reflecteren over een onderwijsideaal – wordt beter gestimuleerd als de studenten starten met een verkenning van de bedoelingen van hun onderwijs en hun eigen rol daarbinnen. Pas daarna gaan ze over tot het formuleren van een onderzoeksvraag en het uitvoeren van een onderzoek.
Kenmerken en dimensies van een onderzoekende houding
Een onderzoekende houding bestaat onder meer uit nieuwsgierigheid, een open houding, kritisch zijn, willen begrijpen en bereid zijn tot perspectiefwisseling. Maar ook afstand nemen van routines en gerichtheid op bronnen passen daarbij, net als gerichtheid op zeker weten, willen delen met anderen. Een onderzoekende houding kent een interne en een externe dimensie. Komen tot nieuwe inzichten en gedrag op basis van reflectie valt onder interne dimensie. Professionele kennis vergroten door actief en doelgericht op zoek te gaan naar kennis van anderen, betreft de externe dimensie.
In de lerarenopleiding is het ontwikkelen van een onderzoekende houding op verschillende manieren en momenten in het curriculum geprogrammeerd. Bijvoorbeeld door die houding als vast onderdeel te beschouwen van professioneel gedrag van leraren-in-opleiding. Dat kan via opdrachten waarin studenten oefenen met afzonderlijke kennis en aspecten van de onderzoekende houding. Andere manieren zijn structurele reflectie, coaching en intervisie of het toepassen van onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
Onderzoekende houding stimuleren
Onderzoek doen is een effectieve manier om een onderzoekende houding te stimuleren. Samen onderzoek verrichten, in realistische situaties, draagt bij aan het leren onderbouwen van zaken en aan een positieve houding voor onderzoekend handelen. Een voorwaarde is daarbij wel dat lerarenopleiders in hun colleges expliciet aandacht besteden aan een onderzoekende houding, door bijvoorbeeld het verhelderen van concepten en daarover te discussiëren.
Meer weten?
- Lees het volledige rapport opgesteld als antwoord op deze vraag, inclusief geraadpleegde bronnen.
- ECBO/NRO: Onderzoek naar de ontwikkeling van een onderzoekende houding van docenten en opleidingsteams
- Tijdschrift voor lerarenopleiders: Belemmert onderzoek doen de ontwikkeling van een onderzoekende houding?
Dit antwoord is tot stand gekomen met dank aan Rena Punt (kennismakelaar Kennisrotonde).