Ouders welwillend tegenover ‘zorgleerlingen’ in de klas

De overgrote meerderheid van ouders met schoolgaande kinderen vindt het goed als hun kind klasgenoten heeft die extra ondersteuning nodig hebben. Ze waarderen het dat hun kind daardoor leert omgaan met verschillen en/of ze vinden dat de school er moet zijn voor alle leerlingen. Dit is een van de conclusies uit een nulmeting naar de tevredenheid en meningen van ouders bij de invoering van Passend Onderwijs.

De nulmeting is uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut met NRO-financiering. Het is de bedoeling om het onderzoek over enkele jaren te herhalen. Voor het onderzoek zijn ouders van kinderen en jongeren in het basis- en voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en speciaal onderwijs benaderd. Zowel ouders van ‘gewone’ kinderen deden mee als ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze slechtziend of slechthorend zijn, langdurig ziek of gehandicapt, of omdat ze moeilijk kunnen leren, psychische problemen hebben of een gedragsstoornis. In totaal hebben zo’n 1800 ouders de vragenlijst ingevuld. Buiten de steekproef om reageerden 85 ouders spontaan, via een online gepubliceerde vragenlijst.

Tevreden

Over het algemeen zijn de ouders redelijk tevreden over de interactie met de school van hun kinderen vóór de invoering van Passend Onderwijs (bij de start van het schooljaar 2014-2015). Dat geldt zowel voor de ouders van kinderen die geen ondersteuning nodig hebben als voor ouders van kinderen die wel extra ondersteuning nodig hebben. Op een schaal die loopt van 1 (helemaal niet tevreden) tot 5 (zeer tevreden) geven ze gemiddelde scores van 3.4 tot 3.8. De tevredenheid betreft aspecten als: communicatie en informatievoorziening, het schoolkeuzeproces, signalering en feitelijke ondersteuning, en de mate waarin de school ouders behandelt als serieuze gesprekspartners. Ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, lukte het over het algemeen zonder veel problemen om hun kind op een reguliere school in te schrijven. Toch moest bijna 15 procent van de ouders van kinderen met een indicatie voor extra ondersteuning veel moeite doen om hun kind te plaatsen op de school van hun keuze.

Maar ook minder tevreden ouders

Voor alle onderzochte aspecten is er steeds een minderheid die niet zo tevreden is en een score van 1 of 2 op de vijfpuntsschaal geeft. Meest opvallend daarbij is dat sommige ouders hebben ervaren dat de school niet op tijd contact opnam toen er iets aan de hand was met hun kind en niet duidelijk aangaf wat er dan precies aan de hand was. Ook hebben sommige ouders onvoldoende toegankelijke informatie kunnen vinden over het schoolbeleid voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben.

Verschillen

Ouders van kinderen in het speciaal onderwijs blijken tevredener te zijn over de communicatie met de school, dan ouders in het regulier onderwijs. Ook binnen het regulier onderwijs zijn ouders van kinderen met extra ondersteuning tevredener over de relatie met de school dan ouders van  kinderen zonder extra ondersteuning, wellicht omdat ze vaker contact hebben. Een ander verschil is dat ouders met kinderen in het middelbaar beroepsonderwijs op alle aspecten minder tevreden zijn dan de andere ouders. Mogelijk komt dit doordat er bij dit type beroepsonderwijs minder contact is tussen school en ouders. Ten slotte zijn op alle aspecten laagopgeleide ouders tevredener dan ouders dan hoogopgeleide ouders, mogelijk omdat deze laatste kritischer zijn.

Welkom in de klas

Zo’n 80 procent van de ouders staat er positief tegenover als er in de klas van hun kind ook kinderen zitten die extra ondersteuning nodig hebben. Bijna de helft van de ouders ziet er zelfs een meerwaarde in: zo leert ook hun eigen kind omgaan met verschillen. Ruim 35 procent kiest voor een principiële reden: de school moet er zijn voor alle kinderen. De ouders benoemen wel voorwaarden, bijvoorbeeld dat er een gezonde balans moet zijn, dat de docent de situatie aankan en dat op reguliere scholen geen kinderen thuishoren met zeer ernstige problemen. Een klein deel van de ouders vindt het niet goed dat er kinderen met problemen in de klas van hun kind komen: een kleine 6 procent geeft als reden dat dit ten koste zou gaan van de andere leerlingen, 2 procent verwacht dat de sfeer in de klas eronder te lijden heeft.

Vinger aan de pols

Passend Onderwijs heeft tot doel dat alle kinderen het onderwijs en de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben; het is niet in de eerste plaats gericht op tevreden ouders. Wel is voor de evaluatie van Passend Onderwijs oudertevredenheid een indicator. Op basis van deze nulmeting zal het NRO op dit punt de vinger aan de pols houden tot 2020.

E.J. Kuiper, A.L.C. Dikkers, Y.W. Emmelot, G. Ledoux, Tevredenheid van ouders voor de start van passend onderwijs. Kohnstamm Instituut, Amsterdam 2015.

Meer informatie