Relatie met leerling van invloed op welzijn docent

Goede relaties tussen docenten en leerlingen werken positief uit op de prestaties en motivaties van leerlingen. En docenten die in het algemeen een leidende en vriendelijke relatie met hun leerlingen hebben, ondervinden minder stress. Wanneer leraren een zelfde relatie ervaren in specifieke situaties -bijvoorbeeld het begin van de les- heeft dat een gunstige invloed op hun welbevinden. Dat blijkt uit onderzoek in het voortgezet onderwijs waarop Anna van der Want op 17 november promoveert aan de Technische Universiteit Eindhoven.

Het beeld dat docenten in het algemeen hebben van de relatie met hun leerlingen vormt hun interpersoonlijke identiteitsstandaard. Daarnaast waarderen zij specifieke situaties in de klas op een bepaalde manier. De interpersoonlijke identiteitsstandaard en de waardering van klassesituaties vormen samen de zogenoemde interpersoonlijke rolidentiteit. Beide aspecten van de interpersoonlijke rolidentiteit kunnen worden gevat in een model, de Interpersoonlijke Cirkel (zie afbeelding hiernaast).

Lagere stress

Er zijn gewenste en ongewenste interpersoonlijke identiteitsstandaarden. Gewenste zijn bijvoorbeeld leidend, helpend/vriendelijk, begrijpend. Ongewenste standaarden zijn onzeker, ontevreden, corrigerend. Gewenste interpersoonlijke identiteitsstandaarden zorgen voor een lagere stress. De meeste docenten in het voortgezet onderwijs zien zichzelf als leidend en vriendelijk in relatie tot hun leerlingen.

Gewenste match

Onderzoeker Anna van der Want keek of en wanneer de interpersoonlijke identiteitsstandaard correspondeert met hoe leraren bepaalde klassesituaties ervaren. Er zijn drie groepen docenten te onderscheiden. De grootste groep heeft een gewenste match tussen hun interpersoonlijke identiteitsstandaard en de waardering van lessituaties (beide rechtsboven in de cirkel). Een tweede groep heeft een gewenste mismatch, dat zijn docenten met een gewenste interpersoonlijke identiteitsstandaard zonder een overeenkomende waardering.
Tot slot zijn er docenten met een ongewenste interpersoonlijke identiteitsstandaard met of zonder overeenkomende waardering, de ongewenste (mis)matchers.

Een gewenste match is belangrijk voor het welzijn van docenten. Van der Want: ‘Mensen die in balans zijn, hebben meer geloof in eigen kunnen, hebben mogelijk een positievere werkbeleving en minder kans op een burn-out.’

Ontwikkeling

Of er een match is tussen de interpersoonlijke identiteitsstandaard en de waardering van klassesituaties is overigens geen statisch gegeven. Docenten kunnen hierin veranderen, ook de meer ervaren. Uit Van der Wants onderzoek blijkt dat leraren die gewenste matchers waren, dat bleven. Maar een aantal gewenste mismatchers waren na twee jaar veranderd in gewenste matchers. Dat betekent dat de interpersoonlijke rolidentiteit beïnvloedbaar is. Beginnende en ervaren leraren kunnen deze dus nog verder ontwikkelen en veranderen.

Van der Want, A.C., (2015) Teachers’ Interpersonal Role Identity. Eindhoven School of Education, Technische Universiteit Eindhoven.

Dit onderzoek werd gefinancierd door de NRO Programmaraad voor fundamenteel onderwijsonderzoek (Project Development of teacher competence during the professional career: An interpersonal perspective. 411-07-360).

Meer informatie

Meer informatie bij Anna van der Want, via a.c.van.der.want@iclon.leidenuniv.nl.