Verschillen in bureaucratie rond leerlingenzorg

Vóór de invoering van Passend Onderwijs waren er grote verschillen in de mate waarin docenten, intern begeleiders en ouders de procedures rond zorgleerlingen als bureaucratisch ervoeren. Dit stellen onderzoekers van het Kohnstamm Instituut op basis van een nulmeting naar feitelijke en ervaren bureaucratie in de periode voor augustus 2014. Het terugdringen van bureaucratie rond leerlingenzorg is een van de doelstellingen van Passend Onderwijs.

In elk geval vóór de invoering van Passend Onderwijs waren er grote verschillen in de mate waarin docenten, intern begeleiders en ouders de procedures rond zorgleerlingen als bureaucratisch ervoeren. Dit stellen onderzoekers van het Kohnstamm Instituut op basis van een nulmeting naar feitelijke en ervaren bureaucratie in de periode vóór augustus 2014.

Het terugdringen van bureaucratie rond leerlingenzorg is een van de doelstellingen van Passend Onderwijs. Het Kohnstamm Instituut en SEO Economisch Onderzoek hebben daarom met NRO-financiering onderzocht hoe het gesteld was met de bureaucratie voorafgaand aan de invoering van Passend Onderwijs. Daarbij is zowel gekeken naar de feitelijke bureaucratie als naar de bureaucratie zoals docenten, intern begeleiders en ouders die ervaren. Deze nulmeting vormt de basis voor een langetermijnevaluatie tot en met 2020 die ook via het NRO verloopt.

Feitelijke bureaucratie

Om de feitelijke bureaucratie te meten hebben de onderzoekers de overhead bepaald bij samenwerkingsverbanden en regionale expertisecentra tijdens de situatie vóór de invoering van Passend Onderwijs. Onder overhead worden alle kosten verstaan die niet direct aan de leerlingenzorg ten goede komen, bijvoorbeeld de kosten van de organisatie van een diagnosestelling of van het verwerken van aanvragen. Niet bij alle samenwerkingsverbanden en expertisecentra was voldoende informatie beschikbaar om de overhead te kunnen berekenen, maar bij een aantal samenwerkingsverbanden was dit wel mogelijk. Hiervoor is op basis van gegevens uit onder meer jaarverslagen, begrotingen, zorgplannen en gesprekken vastgesteld dat de overheadkosten in de periode voorafgaand aan passend onderwijs lagen tussen de 10 en 25 procent van het totale budget.

Ervaren bureaucratie op scholen

De onderzoekers keken ook naar hoe de bureaucratie rond leerlingenzorg werd ervaren op scholen in het schooljaar 2013-2014, dus vóór de invoering van passend onderwijs. Bureaucratie is daarbij opgevat als het geheel van administratieve en overlegtaken rond leerlingenzorg. Daarvoor is een online vragenlijst ontwikkeld voor docenten en intern begeleiders in het (gewoon en speciaal) basisonderwijs en voor docenten, mentoren en zorgcoördinatoren in het voortgezet onderwijs. Uit de resultaten blijkt dat de deelnemers aan het onderzoek over het algemeen de administratie en het overleg rond leerlingenzorg weliswaar tijdrovend vonden, maar ook nuttig. Gesprekken met ouders springen er zelfs uit als ‘zeer nuttig’.
Wel zijn er grote verschillen. Sommige deelnemers ervoeren wel degelijk veel bureaucratie bij hun taken rond leerlingenzorg. Uit het onderzoek komt naar voren dat men minder last had van bureaucratie naarmate er minder externe druk was en men meer het gevoel had zelf zeggenschap te hebben over de uit te voeren taken en voldoende deskundig te zijn. Belangrijkste bron van ergernis was de grote hoeveelheid papierwerk: veel lange formulieren met zich herhalende vragen waarop in te veel detail moest worden geantwoord.

Ervaren bureaucratie bij ouders

Om te meten hoeveel bureaucratie de ouders van zorgleerlingen ervoeren vóór de invoering van passend onderwijs, deelden de onderzoekers de totale procedure voordat een kind ondersteuning krijgt op in vijf deelaspecten: diagnostisch onderzoek, het maken van een handelingsplan, het invullen van formulieren, het aanvragen van een indicatie en het zoeken en vinden van een geschikte school. Ouders bleken nogal te verschillen in de mate waarin zij hierbij bureaucratie ervaren. Sommige ouders voelden zich van het kastje naar de muur gestuurd, moesten naar hun idee eindeloos moeizame gesprekken voeren en vonden hun gesprekspartners niet deskundig. Andere ouders vonden juist dat alles uiterst soepel ging en dat ze goed en deskundig werden begeleid. Het gemiddelde oordeel van ouders viel vrij positief uit: ze vonden dat de procedures wel tijd kosten, maar die tijd ook waard zijn. Hoogopgeleide ouders waren over het algemeen kritischer dan ouders met een laag opleidingsniveau.

E.J. Kuiper, A.L.C. Dikkers,  G. Ledoux, E. van den Berg, W. Bos, Feitelijke en ervaren bureaucratie. Nulmeting in het kader van de kortetermijnevaluatie passend onderwijs. Kohnstamm Instituut, Amsterdam 2015.

Meer informatie